We praatten wat over koetjes en kalfjes. Hoe de dagen zich (te) vulden. En over bekommernissen, zorgen en frustraties. Zoals daar is: "Ik vind het niet zo leuk. Ze hangt maar in de zetel en doet niet echt iets. Ze staat op en haar eerste bekommernis is wat we straks gaan eten. De hele dag lijkt ze aan eten te denken. ..." Ik deed na die teleurgestelde woorden van vriendin A over vriendin X nog wel een poging om de situatie mee te bespreken en verluchten, maar stilletjes aan werd ik mee naar mijn binnenste gezogen. Er overviel me een schuldgevoel: "oei, ik ben ook een luie veelvraat". Ik voelde me terstond 15 kg zwaarder.
Toen ik nog maar nauwelijks mijn neus kon snuiten en mijn veters op mijn eentje strikken, trok ik mams aan haar rokken - of broek, ze is erg modern en stijlvol van aard - of ik niet het deeg mocht mengen. Niet zo'n goed idee om zo'n zware massa te draaien met kinderarmpjes, maar ik beleefde werkelijk een mooiere tijd dan tijdens het zakdoek-leggen-spelen. Elke jarige tante, nonkel, opa of oma werd door mijn nichtje en mij getrakteerd op een zelfgemaakte taart (en gewoonlijk ook een playbackshow, wat me nu niet echt meer een traktatie lijkt).
Mijn eerste bekommernis wanneer ik van school kwam, was wat er een anderhalf uur later op tafel zou verschijnen. Moesten er in die tijd al gsm's bestaan, ik had mijn moeder nog voor de middagpauze een bericht gestuurd met mijn urgente vraag. Ik kon me tijdens mijn kotleven al danig opwinden over het gebrek aan kwaliteitsvolle groenten in de supermarkt en begon ook al snel te kleine eethuisjes-to-be te zoeken.
Als ik 's ochtends weet dat ik 's avonds buitenshuis dineer, gaat er geen minuut voorbij dat er wel eens een snelle fantasie over hetgeen op mijn bord en in mijn glas zal verschijnen, passeert. Groot kan dan ook de teleurstelling zijn, wanneer het lamsvlees waarvan ik al de hele dag watertand niet perfect rosé gebakken is. Ik kruis de dagen af naar het rendez-vous van kokerellen en eten met vrienden. Als mijn Grote Liefde op business trip is en ik hoor verheugd zijn stem, check ik toch zeker ergens in het begin van het gesprek of hij al weet waar hij gaat eten of wat hij al gegeten heeft. In een flink voorziene delicatessenzaak rondstruinen of op citytrip de lokale supermarkten vol kleurrige verpakkingen verdwalen zijn het walhalla voor mij. Ik koop liever een mooie halve kilo verse vis en venusschelpen, dan dat ik bij Zara in onpassende jurkjes tracht te wurmen.
En ja, het tweede wat ik 's ochtends denk wanneer ik wakker word, is: wat zal ik vanavond eten? "Hallo, ik ben Ruth. Ik ben een foodie en ik vind dat tof."
Toen ik nog maar nauwelijks mijn neus kon snuiten en mijn veters op mijn eentje strikken, trok ik mams aan haar rokken - of broek, ze is erg modern en stijlvol van aard - of ik niet het deeg mocht mengen. Niet zo'n goed idee om zo'n zware massa te draaien met kinderarmpjes, maar ik beleefde werkelijk een mooiere tijd dan tijdens het zakdoek-leggen-spelen. Elke jarige tante, nonkel, opa of oma werd door mijn nichtje en mij getrakteerd op een zelfgemaakte taart (en gewoonlijk ook een playbackshow, wat me nu niet echt meer een traktatie lijkt).
Mijn eerste bekommernis wanneer ik van school kwam, was wat er een anderhalf uur later op tafel zou verschijnen. Moesten er in die tijd al gsm's bestaan, ik had mijn moeder nog voor de middagpauze een bericht gestuurd met mijn urgente vraag. Ik kon me tijdens mijn kotleven al danig opwinden over het gebrek aan kwaliteitsvolle groenten in de supermarkt en begon ook al snel te kleine eethuisjes-to-be te zoeken.
Als ik 's ochtends weet dat ik 's avonds buitenshuis dineer, gaat er geen minuut voorbij dat er wel eens een snelle fantasie over hetgeen op mijn bord en in mijn glas zal verschijnen, passeert. Groot kan dan ook de teleurstelling zijn, wanneer het lamsvlees waarvan ik al de hele dag watertand niet perfect rosé gebakken is. Ik kruis de dagen af naar het rendez-vous van kokerellen en eten met vrienden. Als mijn Grote Liefde op business trip is en ik hoor verheugd zijn stem, check ik toch zeker ergens in het begin van het gesprek of hij al weet waar hij gaat eten of wat hij al gegeten heeft. In een flink voorziene delicatessenzaak rondstruinen of op citytrip de lokale supermarkten vol kleurrige verpakkingen verdwalen zijn het walhalla voor mij. Ik koop liever een mooie halve kilo verse vis en venusschelpen, dan dat ik bij Zara in onpassende jurkjes tracht te wurmen.
En ja, het tweede wat ik 's ochtends denk wanneer ik wakker word, is: wat zal ik vanavond eten? "Hallo, ik ben Ruth. Ik ben een foodie en ik vind dat tof."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
You make me happy: bedankt voor je comment!