Er heerst in culi-land een sterke drang naar "van bij ons". En dat mag je letterlijk nemen: sommige restaurants proberen hun ingrediëntenlijst te beperken tot kruiden en groenten die van maximaal enkele kilometers in de omtrek geplukt werden. Het etiket "home made" lijkt beter te verkopen dan seks en ik doe lustig mee. Want niets zo leuk als van een bord te eten, waar de smaak niet bepaald wordt door de goede zorgen, maar door de goede zorgen die je er zelf instak.
En kies je voor "the good stuff" - en waarom zou je jezelf wat slechters aan doen - dan krijg je echt iets wat niet te kloppen is door die bepaalde zogenaamde vakman. Zeg nu eerlijk, wanneer at je de laatste tijd een sneetje brood met een doodgewoon lapje kaas waarvan je je vol smaak bewust was wat je in je mond had? Home made brood does the trick.
Je kan je afvragen of er wel de tijd voor is, of het niet de tijd van vooruitgang terugdraaien is, of het allemaal wel de moeite loont? Zo waren mijn lover en ik dan ook op een zondagmiddag half vier al aan de slag met al dat huisgemaakte lekkers. Om rond een uur of zeven nog altijd bezig te zijn en te snakken naar een aperitief. De vraag of dat eerder ontwenningsverschijnselen zijn, dan dat het de nood aan een pauze was die riep, laat ik even in het midden. (Ik hou het op het laatste) Het was al drie uur lang van brooddeeg kneden en laten rijzen en opnieuw kneden en laten rijzen. Van pastadeeg mengen, kneden en laten rusten. Ja, zelfs de eerste keer sinds mijn veertiende levensjaar was het van kruimeldeeg proberen te maken, uitrollen en laten rusten. Van pasta draaien, snijden en laten drogen. En van echte bechamelsaus roeren voor de lasagne.
De appels, het lamsgehakt en de andere ingrediënten voor de lasagne kwamen van "'t Carrefourke". Het is dat we niet iets hebben wat we als tuin of weide kunnen bestempelen. Anders had ik natuurlijk zelf graag nog mijn appels gekweekt, de selder en wortelen uit de tuin gehaald en het lam geslacht om er eigenhandig kruidig gehakt van te draaien.
Om zeven uur à half acht stond de lasagne op tafel. Om half tien smulden we nog van een klein stukje appeltaart. Home made is het etiket en het is de moeite.
En kies je voor "the good stuff" - en waarom zou je jezelf wat slechters aan doen - dan krijg je echt iets wat niet te kloppen is door die bepaalde zogenaamde vakman. Zeg nu eerlijk, wanneer at je de laatste tijd een sneetje brood met een doodgewoon lapje kaas waarvan je je vol smaak bewust was wat je in je mond had? Home made brood does the trick.
Je kan je afvragen of er wel de tijd voor is, of het niet de tijd van vooruitgang terugdraaien is, of het allemaal wel de moeite loont? Zo waren mijn lover en ik dan ook op een zondagmiddag half vier al aan de slag met al dat huisgemaakte lekkers. Om rond een uur of zeven nog altijd bezig te zijn en te snakken naar een aperitief. De vraag of dat eerder ontwenningsverschijnselen zijn, dan dat het de nood aan een pauze was die riep, laat ik even in het midden. (Ik hou het op het laatste) Het was al drie uur lang van brooddeeg kneden en laten rijzen en opnieuw kneden en laten rijzen. Van pastadeeg mengen, kneden en laten rusten. Ja, zelfs de eerste keer sinds mijn veertiende levensjaar was het van kruimeldeeg proberen te maken, uitrollen en laten rusten. Van pasta draaien, snijden en laten drogen. En van echte bechamelsaus roeren voor de lasagne.
Gizzi's apple pie |
Om zeven uur à half acht stond de lasagne op tafel. Om half tien smulden we nog van een klein stukje appeltaart. Home made is het etiket en het is de moeite.
Hey, tegenwoordig is je blog lezen ook een beetje confrontatie met mijn eigen luiheid wat betreft goed zijn voor mijn innerlijke zelf. Ik krijg het water in de mond (echt waar), maar moet toegeven dat mijn lunch meestal een snelle hap is.
BeantwoordenVerwijderenTijd om mijn goede voornemens voor 2011 nog eens te hernieuwen!
groetjes en veel kookplezier!
Oh Jef! En dat net waar ik dolgraag eens al het streetfood wil komen proeven. How's that possible?
BeantwoordenVerwijderenBedankt voor je reactie en altijd leuk je te lezen en volgen!
Tot gauw,
Ruth